Natuurlijk: Turijn heeft grote pleinen, historische gebouwen, fashion boutiques en musea. Maar de hoofdstad van de Piemonte is vooral een eetstad. Wij schoven aan bij Nicola Batavia, een topkok die niet van Michelinsterren houdt (hij weigerde er een) en graag in informele sferen in de pannen roert. Hij werkt over de hele wereld, heeft nog een restaurant in Londen, geeft les in Bejing, en als hij in zijn hometown is, wil hij gewoon normaal doen. Dus heeft hij voorin een soort open keuken waar mensen kunnen aanschuiven (The Egg noemt hij dat gedeelte van zijn restaurant, omdat hij veel met ei doet). Aangrenzend ligt het fine dining restaurant. Birichin heeft een vrolijk interieur met pop art aan de muren, wel linnen servetten, geen tafelkleden. We krijgen typisch Turijnse gerechten voorgeschoteld, met een Nicola-twist.
Stevige maar smakelijke Piemontekost als carne crudo (rauw kalfsvlees), fonduta (gesmolten kaas) met topinamboer, aardappel en een gepocheerd ei, angelotti del plin, een soort mini-vleesravioli waarvoor bij elke kilo meel 28 eieren gaan. En natuurlijk die typisch Turijnse overdaad aan zoetigheid na afloop: een pre-dessert (voor ons een volkomen nieuw begrip), daarna een chocoladetoet en ook nog een collectie zelfgebakken notenkoekjes bij de koffie.
www.nicolabatavia.it